Uitspraak in het Plat: /dampkɛːtəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Damp·ke·tel
Pluralis: Damp­ke­tels m de Damp­ke­tel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Damp + Ketel