Uitspraak in het Plat: /dɾɛkhøːy̯ɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dreck·hö·ger
Pluralis: Dreck­hö­gers m de Dreck­hö­ger
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dreck + högen + -er