Uitspraak in het Plat: /afkɔːm̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Afka·men
Pluralis: Af­ka­mens n dat Afka­men
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
Gellt uns Afkamen noch?

Etymologie:

Woord afgeleid van: afkamen
Identieke woorden ››› afkamen ❔︎