Uitspraak in het Plat: /mɪddaçstiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mid·dags·tiet
Pluralis: Mid­dags­tie­den f de Mid­dags­tiet
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Is dat al Middagstiet? Ik heff Smacht!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Middag + Tiet