Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯daç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Beed·dag
Pluralis: Beed­daag m de Beed­dag
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: beden + Dag