Uitspraak in het Plat: /lɛɪ̯mɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: leh·mig
lehmiger lehmigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wi hebbt hier ganz lehmigen Grund.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lehm + -ig