Uitspraak in het Plat: /ɡɾɔu̯tn̩ tɔu̯n/
frase/zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gro·ten Tohn
Pluralis: Gro­te Töhn m de Gro­ten Tohn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff mi den Groten Tohn anstött.

Etymologie:

Woord afgeleid van: Tohn