zelfstandig naamwoord
Afbreking: Soch·kalf
Pluralis: Soch­kal­ver n dat Soch­kalf Friesen-groep, West-groep, Westfaals, Mecklenburgisch, Pommersch
Pluralis: Soch­käl­ver n dat Soch­kalf Westfaals, Märkisch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Soch + Kalf