Uitspraak in het Plat: /snɛɪ̯jɔːɡn̩/
werkwoord
Afbreking: snee·ja·gen
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Dat sneejaagt vondaag fördull.

Werkwoordvormen:

infinitief:
snee­ja­gen
voltooid deelwoord:
snee­jaagt
dat
tegenwoordig:
dat snee­jaagt
verleden:
dat snee­jaag
voltooid:
dat hett snee­jaagt
conjunctief:
dat snee­jaag

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Snee + jagen