Schoot in het Nedersaksisch

Identieke woorden ››› Schoot ❔︎

Uitspraak in het Plat: /ˈʃɔu̯t/

zelfstandig naamwoord

Pluralis: Schootn f de Schoot

[1]

perifere woordenschat

nautiek

Nedersaksisch:

Tau an de Eck von ’t Seil

Nederlands:

schoot

Engels:

sheet

Duits:

Schot

beeld, dat de onderbeduiding illustreerd

Etymologie:

Woord afleidt van: Schoot

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.

Nieuwe vertaling voorstellen