Uitspraak in het Plat: /hantuːl/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hand·uul
Pluralis: Hand­u­len f de Hand­uul
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Handfeger
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hand + Uul