Uitspraak in het Plat: /aʊ̯stfɛst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aust·fest
Pluralis: Aust­fes­ten n dat Aust­fest
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aust + Fest