zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hams·ter
Pluralis: Hams­ters m de Hams­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
As Kind harr ik en Hamster.

Etymologie:

Woord afgeleid van: -er