Uitspraak in het Plat: /dœʃkastn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dösch·kas·ten
Pluralis: Dö­sch­kas­tens m de Dö­sch­kas­ten
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: döschen + Kasten