Uitspraak in het Plat: /vʊstsluːˑz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wust·sluus
Pluralis: Wust­slu­sen f de Wust­sluus
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Synoniemen:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Wust