Uitspraak in het Plat: /mɛnzbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mens·boom
Pluralis: Mens­bööm m de Mens­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Mens­bo­men m de Mens­boom
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Boom