Uitspraak in het Plat: /ɡɔu̯dn̩daçstɔk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Go·den·dag·stock
Pluralis: Go­den­dag­stö­cker m de Go­den­dag­stock
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Spazeerstock
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: goot + Dag + Stock