zelfstandig naamwoord
Afbreking: Black·glas
Pluralis: Black­glääs n dat Black­glas Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Black­glä­ser n dat Black­glas Westfaals, Noord-Nedersaksisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Black + Glas