Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Butt
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/bʊt/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Bütt
m
de Butt
Noord-Nedersaksisch
Pluralis:
Butten
m
de Butt
[1]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Butt”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 1, pagina 310
Nedersaksisch:
Worm
,
de
Schaap
krank
maakt
Nederlands:
leverbot
Engels:
liver
fluke
Duits:
Leberegel
Voorbeelden:
Dat
Schaap
hett
Bütt
,
dat
fritt
un
süppt
nich
.
Flukeman, CC-BY-SA-3.0
Rijmwoorden
Identieke woorden ›››
Butt
❔︎
Butt
❔︎
butt
❔︎
Bütt
❔︎
Butt
❔︎
Butt
❔︎
Butt
❔︎
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.