Uitspraak in het Plat: /nɔːktstɛː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Naakt·steert
Pluralis: Naakt­steer­ten m de Naakt­steert
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: naakt + Steert