Uitspraak in het Plat: /zuːçkɪnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Suug·kind
Pluralis: Suug­kin­ner n dat Suug­kind
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sugen + Kind