Uitspraak in het Plat: /zuːçfɔːln̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Suug·fah·len
Pluralis: Suug­fah­lens n dat Suug­fah­len
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sugen + Fahlen