Uitspraak in het Plat: /fʊxtɪçkaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fuch·tig·keit
Niet gebruikt het pluralis f de Fuch­tig­keit
[1]
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Fucht
Nederlands:
vochtigheid
vocht
Engels:
wetness
Duits:
Feuchte
Voorbeelden:
Wi hebbt Fuchtigkeit in’n Keller.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fuchtig + -keit
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.