Uitspraak in het Plat:
/ɛŋəlʃə kɾankhaɪ̯t/
frase/zelfstandig naamwoord
Afbreking:
En·gel·sche Krank·heit
Pluralis: Engelsche Krankheiden
f
de Engelsche Krankheit
Etymologie:
Woord afgeleid van: Krankheit