Uitspraak in het Plat: /zyːdɐpɔˑu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sü·der·poot
Pluralis: Sü­der­po­ten f de Sü­der­poot
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
een, de beter mit de linke Hand ümkann
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Süüd + Poot