Uitspraak in het Plat: /bɔː͡ɐthɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Boort·hoor
Pluralis: Boort­hoor n dat Boort­hoor
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Boort + Hoor