Uitspraak in het Plat: /vʊstʃiːˑf/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wust·schiev
Pluralis: Wust­schie­ven f de Wust­schiev
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Wustschieven seht al so smerig ut. Smiet de man weg!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wust + Schiev