Uitspraak in het Plat: /uːtnɔːm/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ut·nahm
Pluralis: Ut­nah­men f de Ut­nahm
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: ut