Uitspraak in het Plat: /flaɪ̯tpiːˑp/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fleit·piep
Pluralis: Fleit­pie­pen f de Fleit­piep
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fleiten + Piep