Uitspraak in het Plat: /piːˑp/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Pluralis: Pie­pen f de Piep
[1]
kaart kaart tonen
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
roken
Nedersaksisch:
Reedschop to’t Tobacksmöken
Nederlands:
pijp
Engels:
pipe
Duits:
Pfeife
Voorbeelden:
Grootvadder hett jümmer Piep smöökt.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
Arz, CC-BY-SA-3.0
[2]
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Röhr
Nederlands:
buis
Engels:
pipe
Duits:
Rohr
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
Sönke Kraft aka Arnulf zu Linden, CC-BY-SA-3.0
[3]
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
muziek
Nedersaksisch:
Reedschop an de Orgel, de Töön tüügt
Nederlands:
pijp
van een orgel
Engels:
pipe
of an organ
Duits:
Pfeife
der Orgel
Voorbeelden:
De Piepen von en Orgel sünd meistendeels ut Tinn un Blee.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
[4]
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
en Blaasinstrument
Nederlands:
fluit
Engels:
flute
Duits:
Flöte
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
[5]
kaart kaart tonen
Wikipedia
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Röhr von’n Aven
Nederlands:
kachelpijp
Engels:
stovepipe
Duits:
Ofenröhre
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
AlterWolf49, CC BY-SA 3.0
[6]
Wikipedia
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Utgeter an en Kann oder Beker
Nederlands:
tuit
Engels:
spout
Duits:
Tülle
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Etymologie:

Woord afgeleid van: piepen

Samengesteld woorden:

Bollenpiep Büxenpiep Fleitpiep Fredenspiep Imkerpiep Knasterpiep Lungenpiep Meerschuumpiep Öllerkenpiep Orgelpiep Piepaven Piepen Piepenborn Piepenbuck Piependopp Piepenkopp Piepenpurrer Piepenrohr Piepensteel Pieper pieplings Piepsteen Scheenpiep Tobackspiep
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.