Uitspraak in het Plat: /flaɪ̯tn̩/ 🔊︎
werkwoord
Afbreking: flei·ten
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
muziek
Nedersaksisch:
op de Fleit spelen
Nederlands:
fluiten
op de fluit spelen
Engels:
play the flute
Duits:
flöten
Voorbeelden:
Fröher in’n Musikünnerricht müss ik jümmer fleiten. Aver dat hett mi beter gefullen as de Triangel.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
Bill McBirnie, CC BY-SA 4.0
[2]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
dör Luft dör de Lippen blasen en luden Toon tügen
Nederlands:
fluiten
Engels:
whistle
Duits:
pfeifen
Voorbeelden:
He is vergnöögt un fleit en Leed.
audiobestand, de de onderbetekenis illustreerd
[3]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
in de Fleit blasen
to’n Bispeel de Scheedsrichter bi’n Sport
Nederlands:
fluiten
Engels:
whistle
Duits:
pfeifen
auf der Pfeife (zum Beispiel Schiedsrichter im Sport)
Voorbeelden:
De Scheedsrichter mutt doch fleiten! Dat weer Abseits!
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
Lorie Shaull, CC BY-SA 4.0
[4]
geavanceerde woordenschat
actief
vulgair level text vulgar. Lijst van woorden als deze
Nedersaksisch:
Oralsex hebben
Nederlands:
pijpen
Engels:
blow
Duits:
blasen
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Werkwoordvormen:

infinitief:
flei­ten
voltooid deelwoord:
fleit
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik fleit
du fleitst
he/se/dat fleit
wi fleit
ji fleit
se fleit
verleden:
ik fleit
du fleitst
he/se/dat fleit
wi flei­ten
ji flei­ten
se flei­ten
voltooid:
ik heff fleit
du hest fleit
he/se/dat hett fleit
wi hebbt fleit
ji hebbt fleit
se hebbt fleit
conjunctief:
ik fleit
du fleitst
he/se/dat fleit
wi flei­ten
ji flei­ten
se flei­ten
imperatief:
fleit!
fleit!

Samengesteld woorden:

fleitjepiepen Fleitpiep

Tweelingswoorden:

flöten
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.