Uitspraak in het Plat: /fɔ͡ɐʃɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: For·scher
Pluralis: For­schers m de For­scher
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: forschen + -er