Uitspraak in het Plat: /nɔːɡəlɔu̯ɾt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·gel·oort
Pluralis: Na­gel­öör m de Na­gel­oort
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Nagel + Oort