Uitspraak in het Plat: /nɔu̯ɾtblyːˑz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Noord·blüüs
Pluralis: Noord­blü­sen f de Noord­blüüs
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Licht in de Polarregion
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Noord + Blüüs