Noord
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/nɔu̯ɾt/
Audio
🔊︎
zelfstandig naamwoord
Niet gebruikt het pluralis
m
de Noord
[1]
basiswoordenschat
actief
Nedersaksisch:
Richt
,
wo
de
Sünn
nich
henkummt
Nederlands:
noorden
Engels:
north
Duits:
Norden
⮩ Zie ook:
Noord
Oost
Süüd
West
Stefan-Xp, CC-BY-SA-3.0
Samensteld woorden:
Noordamerika
Noordatlantik
Noordblüüs
Noordbrabant
noorddüütsch
Noorddüütschland
Noorden
Noordeuropa
Noordfreesland
noordgermaansch
Noordholland
Noordirland
Noordkaap
Noordkant
Noordkaper
Noordkorea
Noordlicht
Noordmazedonien
Noordoost
Noordoosten
Noordoostpoller
Noordpool
Noordrhien
Noordsee
Noordsteern
Noordwest
Noordwesten
Tweelingswoorden:
Noorden
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen