Uitspraak in het Plat: /ɛdəɾkaʊ̯əɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ed·der·kau·er
Pluralis: Ed­der­kau­ers m de Ed­der­kau­er
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Köh un Zegen sünd Edderkauers.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: edderkauen + -er