Uitspraak in het Plat: /afɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Af·reed
Pluralis: Af­re­den f de Af­reed
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:
Wi harrn doch en Afreed, hool di dor nu ok an.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + Reed