Uitspraak in het Plat: /anfɛlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: an·fäl·lig
anfalliger anfalligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Anfall + -ig