Uitspraak in het Plat: /uːtzɔːˑç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ut·saag
Pluralis: Ut­sa­gen f de Ut­saag
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
statement Meer tonen
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ut + Saag