Uitspraak in het Plat: /hɛ͡ɐʃɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Herr·scher
Pluralis: Herr­schers m de Herr­scher
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Korl de Grote weer Herrscher von de Franken.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: herrschen + -er