Uitspraak in het Plat: /pɛɾfɛsəɾʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Per·fes·sersch
Pluralis: Per­fes­se­rschen f de Per­fes­se­rsch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Perfesser
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Perfesser + -sch