Uitspraak in het Plat: /ɾuːmstatʃoːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ruum·sta·tschoon
Pluralis: Ruum­sta­tscho­nen f de Ruum­sta­tschoon
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De eerste Ruumstatschoon is 1971 in’n Weltruum flagen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ruum + Statschoon