Uitspraak in het Plat: /svɛɪ̯vəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: swe·ve·lig
sweveliger sweveligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat rückt denn hier so swevelig?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Swevel + -ig