Uitspraak in het Plat: /viːˑzhaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wies·heit
Pluralis: Wies­hei­den f de Wies­heit
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wies + -heit