Uitspraak in het Plat: /ɔɾkɛstɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Or·ches·ter
Pluralis: Or­ches­ters n dat Or­ches­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: