Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Spietschheit
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/spiːtʃhaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Spietsch·heit
Niet gebruikt het pluralis
f
de Spietschheit
[1]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Spietschheit”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 195
Nedersaksisch:
Egenschop
von
en
Minsch
,
sik
spietsch
to
ütern
Nederlands:
spottend
gedragen
Engels:
sneeriness
Duits:
spöttisches
Wesen
spöttisches
Benehmen
spöttische
Art
Voorbeelden:
Mit
dien
Spietschheit
maakst
du
di
kene
Frünn
!
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
spietsch
+
-heit
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.