Uitspraak in het Plat: /manɡɔbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Man·go·boom
Pluralis: Man­go­bööm m de Man­go­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Man­go­bo­men m de Man­go­boom

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Mango + Boom