Uitspraak in het Plat: /bəʃɛɪ̯dn̩/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: be·sche·den
bescheder bescheedst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He is jümmer ganz bescheden un verlangt nix.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: be- + scheden