Uitspraak in het Plat: /bʊtstɛː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Butt·steert
Pluralis: Butt­steer­ten m de Butt­steert
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: butt + Steert