Uitspraak in het Plat: /spɾɪŋɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sprin·ger
Pluralis: Sprin­gers m de Sprin­ger
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: springen + -er